Duidelijk zicht- en hoorbaar hebben onze Limburgse gemeenschappen hun eigen karnavalskultuur. Zo wordt ook op verschillende wijze invulling gegeven aan het prinsschap en de jaren daarna.
In Kerkrade wordt in het diepste geheim een jonge vrijgezel gevraagd om een jaar lang prins karnaval te willen zijn ('t geheim van der sjtaat). Elders duikt de heerser na zijn abdicatie weer anoniem onder in het narrenvolk, zo niet in de clownestad. De Kirchröatjser Vasteloavendsverain koos voor een andere benadering en benoemde de scheidende prins voor zijn leven tot lid van een apart daartoe in het leven geroepen raad: d'r Prinse Road. Daarmee ontstond een in principe jaarlijks met n lid groeiend college. Met als bindend element de persoonlijke ervaring als prins van Kerkrade en het persoonlijk verdriet na het aftreden. Dat laatste wordt als een kater beleeft. Deze verbondenheid is het fundament voor een van de bloeiendste onderdelen van de K.V.V.: "dr Prinse Road va Kirchroa"!
Copyright Jo Pöttgens
De oudste leden van deze raad besloten in 1956 een activiteit binnen het kerkraadse karnaval tot haar opdracht te rekenen. Dat betekende de geboorte van het jaarlijkse Jalabal, gepresenteerd als zitsong met na afloop de befaamd geworden woorden: t darf jedanst wede!
Verwijzend naar hun gezamenlijk verdriet vonden de leden van de Prinse Road symboliek in dr kater en gelet op hun eigen rokkostuum, d'r Sjwatse Kater. Ieder afgetreden prins ontvangt deze onderscheiding als teken van verbondenheid met zijn voorgangers. Voor iemand, die nooit prins zal zijn, is dit een nauwelijks te verwerven kleinood. Want slechts éénmaal per jaar wordt dit verder uitgereikt aan iemand, die bijzondere verdienste heeft verricht voor Kerkrade in het algemeen en de kerkraadse cultuur in het bijzonder. In de tijden van de mijnsluitingen, toen vele Kerkrade verlieten, namen de oud-prinsen het initiatief om deze oud-Kerkradenaren terug naar hun geboorteplaats te inviteren. t Treffe va oad-Kirchröatsjer was een schot in de roos. Vanaf 1975 werd vier maal in samenwerking met het gemeentebestuur een schitterende bijeenkomst gehouden met bijzonder veel belangstelling.
In de jaren 80 was het inmiddels in de verre omtrek befaamde Jalabal aan een aanpassing toe. Het accent werd meer gelegd op show-orkesten in een sfeervolle entourage: van een zitfeest naar een promenadefeest, van het roemruchte Hubertushuis naar de historische Hof van Erenstein. De Stichting Jalabal is belast met de praktische uitvoering en ook het fenomeen sponsoring deed zijn intrede. Sinds 2014 vind de Jalabal plaats in de Rodahal waar geduurende een smaakvol diner de Sjwatse Kater wordt uitgerijkt. Aansluitend aan het diner klinken zoals vanouds de befaamd woorden: t darf jedanst wede en wordt op de klanken van de creme de la creme van de nederlandse showbands in stijl tot in de kleine uurtjes gevierd!
In humoristische zin levert de Prinseroad zijn bijdrage door tijdens het afscheid van de prins een passend act voor zijn rekening te nemen. Aan de optocht wordt met een eigen praalwagen deelgenomen. Sinasappelen, wafels, chocoladerepen, bloemen en dergelijke worden kwistig uitgeworpen.
Door het toenemend aantal leden en hun uiteenlopende leeftijden is naar een structuur gezocht om allen te laten deelnemen, genieten en bijdragen aan de activiteiten van de raad, vastgelegd in een eigen jaarprogramma. Met een vijf-hoofdig gekozen bestuur, een erevoorzitter, meerdere commissies en een huishoudelijk reglement is de organisatie en stijl van de Prinseroad duidelijk in kaart gebracht en waarborgt een rooster van aftreden bestuursaanpassing. Bovendien wordt de aftredend prins en tevens laatst opgenomen lid voor twee jaar benoemd tot jreune om in de Prinse Road keuken wat te proeven van de sfeer.
Buiten de stadsgrenzen onderhoudt de Prinse Road kontakten met de oud-prinsen van Sittard, Lemiers (contactpersoon Leo II) en natuurlijk met het gilde van oud-prinsen van Heerlen. Maar dat laatste uitsluitend omdat met die va Heële zo goed valt te sjokkenere.